Over de groeifabriek

Relevantie

Inhoudelijke relevantie

Uit onderzoek blijkt dat jongeren met een verstandelijke beperking en bijkomende lichamelijke- en/of psychiatrische problematiek vaker een vaste mindset hebben dan jongeren zonder beperking [1, 2, 3]. Daarnaast blijkt dat binnen deze doelgroep jongeren met een groeimindset zich meer empowered voelen, meer positieve en minder negatieve coping strategieën gebruiken, meer zelfvertrouwen en minder gedragsproblemen hebben [1]. Deze resultaten indiceren dat een groeimindset een belangrijke bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van jongeren met een beperking.

 

Kracht van psychologische interventie

Eerdere psychologische interventies bij jongeren zonder beperking laten veelbelovende resultaten zien met zowel positieve effecten op academische prestaties [4] als de psychosociale ontwikkeling [5-8]. Zo blijkt er o.a. een afname van internaliserende- en externaliserende problemen (depressie, agressie) [5, 6] en meer zelfvertrouwen bij jongeren met een groeimindset [7]. Tevens geven jongeren met een groeimindset eerder de voorkeur aan uitdagende taken dan jongeren met een vaste mindset [8]. De studies tonen daarnaast aan dat psychologische interventies zowel op de korte termijn als lange termijn effecten hebben.

Echter, er is nog niet eerder gekeken naar de effectiviteit van psychologische interventies voor de specifieke doelgroep van jongeren met complexe problematiek. Veel interventies voor deze doelgroep richten zich op het aanleren van nieuwe vaardigheden of gedrag, maar niet op de onderliggende overtuigingen die cliënten hebben met betrekking tot hun ontwikkelmogelijkheden en de invloed hiervan op hun hulpverleningsbereidheid en behandeluitkomsten [9, 10].

De Groeifabriek springt in op deze behoefte door de impliciete negatieve attitudes van jongeren over hun mogelijkheid om te veranderen aan te pakken. De interventie is gericht op het doorbreken van de (onbewuste) negatieve gedachten die jongeren met complexe problematiek kunnen hebben over zichzelf en hun ontwikkelmogelijkheden.

 

Maatschappelijke relevantie

De hulpverlening in Nederland staat voor de uitdaging om de zorg ‘toekomst bestendig’ te maken. De zorg moet efficiënter en effectiever worden om ook in de toekomst dezelfde of zelfs een grotere zorgvraag met beperktere middelen aan te kunnen. Er is een roep ontstaan om innovaties die kunnen bijdragen aan deze verandering. Een efficiënter en effectiever hulpverleningsaanbod is niet alleen van belang voor de maatschappij in het kader van zorgkosten, maar is bij uitstek ook van belang voor de cliënten. Wanneer de geboden zorg effectiever is, zullen cliënten beter worden geholpen bij hun hulpvraag en zo zelfstandig mogelijk kunnen deelnemen aan de maatschappij.

De Groeifabriek komt tegemoet aan deze maatschappelijke uitdaging doordat het een technologische en wetenschappelijk geïnspireerde innovatie betreft. De Groeifabriek kan als katalysator dienen in het behandelproces van jongeren en hiermee bijdragen aan efficiëntere en effectieve zorg. De kracht van De Groeifabriek zit hem o.a. in zijn korte duur, waarbij er slechts vier tot vijf uur bovenop de bestaande zorg van de cliënt komt.

Daarnaast heeft De Groeifabriek als add-on interventie de potentie om voor een grote groep cliënten in de zorg en het (speciaal) onderwijs van betekenis te zijn. De interventie kan door professionals, zoals docenten, begeleiders, gedragswetenschappers en vaktherapeuten worden ingezet om op een laagdrempelige wijze veranderingsbereidheid en geloof in verandering aan te moedigen, zodat jongeren sterker in hun eigen kracht komen te staan om verandering in hun leven aan te brengen. Het gaat hierbij om de doelgroep van jongeren met een licht verstandelijke beperking en bijkomende lichamelijke- en/of psychiatrische problemen op vso scholen en in ambulante- of residentiële hulpverlening.

 

 

Referenties:

[1]. Verberg, F., Helmond, P., Otten, R., & Overbeek, G. (2019). Mindset and perseverance of adolescents with intellectual disabilities: Associations with empowerment, mental health problems, and self-esteem. Research in Developmental Disabilities, 91, [103426]. https://doi.org/10.1016/j.ridd.2019.103426 

 

[2]. Koestner, R., Aube, J., Ruttner, J., & Breed, S. (1995). Theories of ability and the pursuit of challenge among adolescents with mild mental retardation. Journal of Intellectual Disability Research, 39(1), 57-65.

 

[3]. Baird, G. L., Scott, W. D., Dearing, E., & Hamill, S. K. (2009). Cognitive self-regulation in youth with and without learning disabilities: Academic self-efficacy, theories of intelligence, learning vs. performance goal preferences, and effort attributions. Journal of Social and Clinical Psychology, 28(7), 881-908.

 

[4]. Blackwell, L. S., Trzesniewski, K. H., & Dweck, C. S. (2007). Implicit theories of intelligence predict achievement across an adolescent transition: A longitudinal study and an intervention. Child Development, 78(1), 246-263.

 

[5]. Miu, A. S., & Yeager, D. S. (2015). Preventing symptoms of depression by teaching adolescents that people can change effects of a brief incremental theory of personality intervention at 9-month follow-up. Clinical Psychological Science, 3(5), 726-743.

 

[6]. Yeager, D. S., Trzesniewski, K. H., & Dweck, C. S. (2013). An implicit theories of personality intervention reduces adolescent aggression in response to victimization and exclusion. Child Development, 84(3), 970-988.

 

[7]. Robins, R. W., & Pals, J. L. (2002). Implicit self-theories in the academic domain: Implications for goal orientation, attributions, affect, and self-esteem change. Self and Identity, 1(4), 313-336.

 

[8]. Yeager, D. S., Romero, C., Paunesku, D., Hulleman, C. S., Schneider, B., Hinojosa, C., . . . Dweck, C. S. (2016). Using design thinking to improve psychological interventions: The case of the growth mindset during the transition to high school. Journal of Educational Psychology, 108(3), 374-391.

 

[9]. Dew-reeves, S. E., & Athay, M. M. (2012). Validation and use of the youth and caregiver Treatment Outcome Expectations Scale (TOES) to assess the relationships between expectations, pretreatment characteristics, and outcomes. Administration and Policy in mental Health and Mental Health Services research, 39, 90-103.

 

[10]. NJI (2013). Databank effectieve jeugdinterventies. Website: http://www.nji.nl/jeugdinterventies.